Kansenongelijkheid: stond je wieg in een paleis of portiekflat?

bso tienermeiden

Vandaag is het Koningsdag. Dat heeft op zich niet zo heel veel te maken met het onderwerp waar ik over wil schrijven, maar het feit dat we hier een koningshuis hebben, geeft me wel de mogelijkheid om dat enorme contrast in kansen weer te geven. Want als je als prins of prinses wordt geboren, krijg je andere kansen voorgeschoteld. Niet dat ik zou willen ruilen of het ze niet gun, maar je kunt er niet omheen dat er een verschil is.

Straks zitten alle drie de prinsessen op het gymnasium. Met zo’n koninklijke achtergrond zal geen leerkracht eraan denken om ‘voor de zekerheid’ het advies wat lager in te zetten. Mocht het toch iets te hoog gegrepen zijn, dan laten de financiën van pa en ma het makkelijk toe om bijlessen in te zetten. En ook na hun gymnasium en verdere studieloopbaan hoeven ze zich geen zorgen te maken. Hun salaris of uitkering zal niet eens in de buurt komen van het minimumloon.

Hoe anders is dat als je wieg in Rotterdam Zuid stond, je bij je geboorte een kleurtje mee hebt gekregen, je ouders geen vet salaris of de juiste diploma’s hebben. Om maar een voorbeeld te noemen.

Nee, het is gewoon niet eerlijk verdeeld

Je kunt zeggen wat je wilt, vreselijk je best doen om alles zo eerlijk mogelijk te verdelen, maar er is gewoon sprake van kansenongelijkheid. Ook al ben jij niet degene die anderen achterstelt, het gebeurt, dat kun je niet ontkennen.

We hebben een enorm diverse samenleving. De vraag is vervolgens hoe je daarmee omgaat. Ik schreef al eens eerder over visies op diversiteit. En in mijn ogen is er niet één passende oplossing. Verschillende situaties vragen om verschillende oplossingen. Niet alles kan in wetgeving vastgelegd worden en soms werkt goedbedoelde wetgeving zelfs averechts.

Er is niet één handleiding die je overal bij kunt gebruiken. En dat betekent dus dat je veel vanuit je eigen boerenverstand moet bedenken. Maar daarbij helpt het wel om iets van verschillende oogpunten te bekijken en niet al teveel op je eigen aannames te vertrouwen.

De impact die je als docent hebt

Even voor mij als mbo-docent gezien, begint het bij de intake van een opleiding: wie wordt wel aangenomen en wie niet? En vervolgens: welke begeleiding krijg je van start tot diplomering? Als docent heb je zo ontzettend veel invloed op hoe iemands loopbaan vorm gegeven wordt.

Ik ben me er ook niet altijd bewust van wat ik voor impact heb op mijn studenten. Ik vraag regelmatig feedback, maar weet wel dat dan nog niet alles gezegd wordt. Soms hoor ik via een collega dat een student blij was met mijn steun in een gesprek. Of kom ik jaren later een oud-student tegen waar ik best wel eens mee in de clinch had gelegen en die dan pas vertelt hoe ze mijn lessen gewaardeerd heeft.

Daarom vind ik tweets als deze en de reacties erop zo verfrissend.

Het houdt een spiegel voor en zet je aan het nadenken. Heb ik niet weleens iemand een verkeerde kant opgestuurd op basis van mijn eigen aannames en vooroordelen? Ja, vast wel. Ik kan soms wat kritisch zijn als het gaat om passend onderwijs bijvoorbeeld. Ik wil mensen niet opleiden voor een uitkering, maar voor een beroep wat ze ook daadwerkelijk kunnen uitvoeren. Aan de andere kant zie ik dat sommige studenten langer de tijd nodig hebben voor een opleiding dan er voor staat, om verschillende redenen. En ik ben er wel een voorstander van om die studenten dan die tijd te geven om eruit te kunnen halen wat erin zit.

Bewustwording is een eerste stap, maar wat dan?

Er wordt al heel veel gesproken en ondernomen om die kansenongelijkheid terug te dringen. Bij de laatste Meetup010 over kansengelijkheid kwamen daar verschillende voorbeelden van voorbij. Er zijn ontzettend veel projecten die allemaal op hun eigen manier kinderen en jongeren begeleiden om die kansen iets meer gelijk te trekken. Wat mij opviel bij drie verschillende projecten waar ik wat van heb gehoord, is dat ze vooral gericht zijn op het stellen van haalbare doelen en de kinderen/jongeren begeleiden in het behalen hiervan. Soms buiten de school, maar wel gericht op schoolse thema’s of de schoolloopbaan.

In eerste instantie dacht ik: is dat alles? Helpt dit wel? Maar ergens is het ook logisch dat het wèl zou werken. Als iemand continu kansen ontnomen worden, lijkt heel veel onhaalbaar. Juist door succeservaringen en het bereiken van doelen, kan dat voortgezet worden en worden kleine doelen grote doelen.

Onorthodoxe aanpak van het onderwijs

Maar dan nog moet er veel gebeuren willen we die kansenongelijkheid opheffen. Michelle van Dijk schreef eerder over een onorthodoxe aanpak van het onderwijs in Rotterdam, welke volgens haar nodig is om de achtergrond van een kind geen impact te laten hebben op het onderwijssucces. En ze zegt daar zeker wat nuttige dingen waar ik me ook in kan vinden. Zoals gewoon goed onderwijs, uitstel van de selectie vmbo/havo/vwo, een gratis alternatief voor schaduwonderwijs. Maar ook: Educate a parent, educate a child.

Dat is iets wat me bij al die verschillende projecten in Rotterdam Zuid ook opviel. Er wordt veel ingezet op rolmodellen, begeleiders, mentoren, anders dan de eigen ouder. Maar hoeveel mooier en effectiever zou het zijn als de ouders zelf een rolmodel en mentor kunnen zijn.

Nu weet ik dat ouderbetrokkenheid door onderwijsmensen niet altijd als prettig ervaren wordt, maar er kan nog zoveel meer uit gehaald worden. Als we eerst maar weer eens die vooroordelen over ouders los kunnen laten. En als school en schoolgebouw op alle manieren toegankelijk zijn voor de ouders.

Daarin zie ik wel een taak voor mij weggelegd in het opleiden van pedagogisch medewerkers en onderwijsassistenten. Als zij het belang inzien van gelijke kansen voor kinderen en wat zij hierin kunnen betekenen, kan dit zich als een olievlek verspreiden.

Heb jij altijd dezelfde kansen gehad in het onderwijs? Wat kan hier volgens jou nog aan verbeterd worden?

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.