Zo’n rotbaan waarbij je altijd maar klagende mensen voor je neus krijgt. Waarbij je meer taken krijgt dan uren om ze uit te kunnen voeren. Waar overwerken niet bestaat, maar het normaal is om op je vrije avonden of dagen met je werk bezig te zijn. Bah, je zal zo’n baan maar hebben! Of…
Moet je werk altijd maar leuk en uitdagend zijn?
Een tijdje geleden las ik een interview met een filmmaker met een Wajong-uitkering. En stiekem was ik een beetje jaloers. Met behoud van zijn uitkering (uiteraard wordt het wel verrekend) kan hij zijn droombaan waar maken, terwijl anderen genoegen moeten nemen met een rotbaan om rond te kunnen komen. Er staan genoeg dingen in het interview waar ik hem gelijk moet geven hoor, maar toch steekt het een beetje. Ik vind het niet eerlijk dat ik wel steeds maar weer moet inleveren.
Vervolgens las ik een artikel over hoogbegaafden die werkloos thuis zitten, omdat ze te weinig uitdaging hebben op het werk. En dan denk ik aan die onderwijsleider die ooit tegen me zei: ‘Als jij fulltime had kunnen werken, had je makkelijk ook onderwijsleider kunnen worden.’ En ik had het beter gedaan dan die persoon ook. Alleen, helaas pindakaas, als het je fysiek niet lukt om fulltime te kunnen werken, kun je fluiten naar dit soort functies. Maar om dan je baan op te geven, omdat het niet genoeg uitdaging geeft, dat begrijp ik niet zo goed. Of nou ja, ik snap dat je dan op zoek gaat naar iets anders. Maar voordat je iets anders hebt, zou ik niet zo snel mijn baan opgeven, ik zou er toch het beste van proberen te maken.
Is het echt zo erg om werk onder je niveau te doen? Ok, als het leidt tot een ‘bore-out‘, is dat erg vervelend. Maar voor elke rotbaan geldt: iemand moet het doen. Er zijn heus meer mensen die hun werk niet altijd met plezier doen. Maar er zullen minstens net zoveel mensen zijn die zouden willen dat ze die rotbaan hadden, maar werkloos of afgekeurd thuis zitten.
Mijn rotbaan
Meestal vind ik mijn werk erg leuk. Maar met vlagen irriteer ik me aan mijn werk en vraag ik me af of het de overbelasting van mijn lijf waard is. En op zo’n punt zit ik nu.
Sinds dit schooljaar ben ik minder les gaan geven en heb ik de taak van examenleider gekregen, in de hoop dat dat minder zwaar zou zijn voor mijn lijf. En in de meeste opzichten is het ook minder zwaar. Ik kan veel vanachter mijn laptop doen en de overstap van drie hele dagen naar twee hele en twee halve dagen is mij goed bevallen.
Maar het is echt stom, dat examenleider zijn. Om het even op te sommen:
- Examens aanvragen, formulieren checken, cijfers invoeren… Het is gewoon saai werk.
- Ik zie mijn collega’s minder, omdat ik in een apart hok zit.
- Het werk is zo ontzettend veel in zo weinig tijd, dat ik toch fouten maak. En dat vind ik als perfectionist toch wel het vervelendste.
- De verantwoordelijkheid weegt erg zwaar. Als ik iets niet goed doe, kan het ertoe leiden dat een student geen diploma haalt. Of als de onderwijsinspectie ziet dat iets niet in orde is, kan het ertoe leiden dat we die hele opleiding niet meer aan mogen bieden. Ook op andere locaties niet.
- Het werk is nooit af, er blijft altijd wel iets liggen. Daar ga ik vervolgens thuis ook nog over zitten malen, wat mijn nachtrust geen goed doet.
- Examenleider is een taak naast het lesgeven en studieloopbaanbegeleider zijn. Doordat er meer tijd gaat zitten in de examinering, kan ik niet de kwaliteit bieden in mijn lessen die ik zou willen.
- Mensen zoeken me vooral op als ze ergens niet tevreden over zijn. En denken dat ik dat kan veranderen, wat niet altijd het geval is.
- Ik moet mijn collega’s feedback geven als ze iets niet goed gedaan hebben. Niet tof om te moeten doen, kan ik je zeggen.
- Slecht nieuws aan studenten moeten geven is trouwens ook niet tof.
- En tot slot: ook al is deze taak fysiek minder zwaar dan lesgeven, ik ga nog steeds achteruit.
Wat is het alternatief?
Ik zou me ziek kunnen melden, daar heb ik genoeg aantoonbare redenen voor. Want welke malloot laat zich door een baan een rolstoel in jagen? En dan maar afwachten of ik daadwerkelijk afgekeurd wordt, zodat ik thuis kan zitten met een uitkering, of een aangepaste functie krijg. Of, wie weet kan ik ook wel filmmaker worden!
Nee, dat kan ik dus niet. Sowieso heb ik het talent niet om filmmaker te kunnen worden. Maar ik vind het daarnaast lastig om me ziek te melden terwijl ik weet dat ik wel de uren kan werken, maar alleen maar moeite heb met bepaalde taken.
Een andere optie is om intern of extern op zoek te gaan naar een andere functie.
Intern (of met name in de branche waar ik werk) vraag ik me af of die er is. Tot nu toe heb ik vooral het idee dat je als docent gewoon alles moet kunnen en het liefst zoveel mogelijk tegelijk. Je specialiseren in een functie buiten het lesgeven, is maar voor weinig mensen weggelegd.
Extern op zoek gaan naar een andere functie vind ik best spannend. Want dat vaste contract wat ik nu heb en alles wat ik binnen mijn werk heb opgebouwd, durf ik toch niet zo goed achter me te laten. Om dan weer van voren af aan bij een andere organisatie te starten met de onzekerheid van een tijdelijk contract.
Ik gooi het bijltje er niet zomaar bij neer en heb inmiddels wat lijntjes uitgeworpen. Geen idee nog wat het gaat opleveren. Maar als het me wat gaat opleveren, zal ik daar vast wel wat van delen op mijn blog! En tot die tijd probeer ik maar die rotbaan te veranderen naar een leuke baan. Wie weet wil ik straks niet eens meer iets anders. 😉
Niet leuk als de situatie zo is!
Kan me voorstellen dat het juist dan bijna jaloersmakend is als iemand met een uitkering iets kan gaan doen wat hij of zij leuk vindt.
Jij kiest ervoor om te kijken wat er mogelijk is, het is alleen jammer dat deze baan niet is wat jij echt leuk vindt.
Ik hoop dat er een ommekeer komt, bij de huidige werkgever of elders!
Nu ben ik gelukkig niet zo jaloers op de hoogte van andermans uitkering, een goed inkomen geeft weer op andere vlakken meer rust. Dus kan ik me voorlopig erop storten om er maar wat van te maken!