‘Waarom ga je geen bijles geven nu je niet meer werkt? Of je kan toch ook andere docenten ondersteunen?’
Het verrast me hoe vaak mensen met dit soort suggesties komen als ik vertel dat ik niet meer kan werken. Het is namelijk niet dat de werkdruk of moeilijkheidsgraad van mijn werk me teveel is geworden. Mijn lijf is er gewoon klaar mee, ik kan niet meer de uren maken die ik eerder werkte. Dus al zou ik andere werkzaamheden krijgen, dan nog kunnen mijn collega’s en studenten niet dagelijks op me bouwen.
En het is geen geheim dat ik al aan vrijwilligerswerk doe. Nog meer erbij? Daar moet ik even niet aan denken…
Maar misschien ben ik zelf ook niet altijd even concreet over wat ik dan allemaal aan vrijwilligerswerk doe. Dus laat ik daar nu dan eens wat over vertellen!
1. Meedenkgroep onderwijs Ieder(in)
Sinds 2020 neem ik deel aan de meedenkgroep onderwijs van Ieder(in). Dit is een groep mensen (vooral ouders) die mee willen praten over de belangen van leerlingen met een beperking. Bij bijeenkomsten en via mail worden we op de hoogte gehouden van ontwikkelingen en wordt om input en een mening gevraagd. Dit gaat om een paar keer per jaar en aangezien ik precies in coronatijd instapte, heb ik alleen nog maar online bijeenkomsten meegemaakt.
Via Ieder(in) ben ik ook terechtgekomen in een werkgroep voor de verbeteragenda passend mbo. Ook hier gaat het vooral om online bijeenkomsten en contact via mail. Hierin probeer ik een stem te zijn voor studenten met een beperking, al vind ik het soms nog best lastig om een goede bijdrage te leveren aan de werkgroep. Gelukkig zitten er een hoop mensen met veel kennis en ervaring vanuit verschillende organisaties bij die uiteindelijk hetzelfde willen: inclusief onderwijs in het mbo. En vanuit Ieder(in) heb ik ook iemand om mee af te stemmen en om input te vragen.
Het is interessant om te zien waar andere organisaties zich mee bezighouden, hoe passend onderwijs wel of niet werkt en hoe het anders zou kunnen. En uit die verbeteragenda komen weer acties en producten waar scholen in heel Nederland hopelijk goed mee aan de slag kunnen. Fijn om met zoiets zinvols bezig te zijn.
2. Werkgroep mbo-gids en ambassadeur Zorgeloos naar School
Bij de start van die werkgroep voor de verbeteragenda in 2021 schreef ik er een stukje over hier op mijn blog (Het mbo mag ook wel wat inclusiever) en dat werd gelezen door Lydia van stichting Zorgeloos naar School. Zij zouden net beginnen met een mbo-gids voor studenten met een chronische aandoening en ik sloot me ook bij deze werkgroep aan. En een aantal online bijeenkomsten, WhatsAppjes en mails later was dat project afgerond en werd ik gevraagd als ambassadeur voor Zorgeloos naar School.
Als ambassadeur krijg ik af en toe een casus voorgeschoteld waarbij ik een ouder of (aankomend) student kan helpen met vragen die er zijn. Zo gebruik ik mijn kennis en ervaring als mbo-docent en mijn ervaring met in een school functioneren met een chronische aandoening. Ik weet niet alles en moet dan vaak ook weer even wat dingen opzoeken. Dat maakt het voor mij weer boeiend en leerzaam.
Behalve dat mensen individueel contact opnemen met Zorgeloos naar School, gaan we soms ook naar scholen of organisaties toe. Zo zijn we door de MBO Raad uitgenodigd als spreker op een platformdag passend onderwijs. Om de mbo-gids onder de aandacht te brengen en daarbij ook de doelgroep studenten met een chronische aandoening.
Op de foto boven dit artikel zie je Lydia en mij bij ROC Albeda bij het overhandigen van de mbo-gids. Hier zal ik nog wel een keer (of meer) terugkomen om te vertellen over Zorgeloos naar School aan zorgdocenten, begeleiders passend onderwijs, enzovoort.
3. Vrijwilliger VED-magazine
Een paar keer per jaar komt de Vereniging van Ehlers Danlospatiënten (VED) met een magazine voor leden, waar ik soms een stukje voor schrijf. Niet voor elke uitgave, dus het kan ook maar om één artikel of column per jaar gaan. Of minder.
Ik vergeet het dan weleens dat dit ook een stukje vrijwilligerswerk is. Des te leuker is het als er ineens een bedankje binnenkomt. En schrijven is iets wat ik sowieso graag doe. Mijn artikelen daar verschillen niet heel veel met wat ik op mijn blog schrijf als ik het over (leven met) EDS heb.
4. Danser bij Misiconi
Bij het inclusieve dansgezelschap Misiconi volg ik niet alleen danslessen, maar word ik ook af en toe ingezet bij bijvoorbeeld optredens, workshops of als gastspreker. En dansen voor publiek vind ik nog het leukste om te doen, maar praten over inclusie in dans doe ik bijna net zo graag. Zoals bij het Mixable Webinar, waar in het filmpje hieronder de opname van te zien is.
Al is het alweer een poosje geleden dat ik met Misiconi kon optreden. Dit jaar zijn er nog geen projecten geweest waar ik bij betrokken was. Dus ga allemaal even Misiconi spammen dat je die ene leuke rolstoeldanser zo graag weer eens wil zien optreden! 😉
Vrijwilligerswerk: heel anders dan gewoon werk
Vanaf het moment dat ik me ziek meldde was het voor mij duidelijk dat ik het vrijwilligerswerk zou blijven doen. Eigenlijk om zoveel redenen.
- Het contact met mbo en mbo-studenten te blijven houden.
- Niet stil te blijven staan, maar juist bij te blijven in ontwikkelingen en zelf meer te leren.
- Sociale contacten.
- Meer plezier en invulling in mijn dagen.
- Ergens een bijdrage aan te kunnen leveren en naar iets toe werken.
- Opnieuw bewust worden van mijn grenzen en hier een weg in vinden.
- Zichtbaar zijn en gehoord worden.
En dat alles kon ik voorheen ook kwijt in mijn werk, maar toch is het heel anders.
In de eerste plaats is de hoeveelheid echt heel erg veel minder geworden. Wat ik eerst aan uren per week werkte, verspreid ik nu in vrijwilligerswerk over meer dan een half jaar. Dat is echt een ongelooflijk groot verschil.
Het lastige aan betrokken zijn bij verschillende organisaties, is dat er soms ineens meerdere afspraken vlak op elkaar zitten en er soms een hele poos niks is. In mijn werk zou ik me dan verplicht voelen om alles door te laten gaan. Maar bij dit vrijwilligerswerk voel ik wèl de ruimte om iets aan een ander over te laten. Het zal er ook wel mee te maken hebben dat al die organisaties al gericht zijn op mensen met een beperking. Ze snappen dat mijn belastbaarheid laag is en ik daardoor soms nee moet zeggen.
En hoewel ik heus heel erg van mijn werk als docent hield, doe ik nu echt alleen nog maar waar ik energie van krijg en plezier in heb. In het dagelijks leven blijven er heus nog genoeg rotklusjes over hoor. Wees maar niet bang dat ik alleen maar lol in mijn leven heb. Gedoe met gezondheid, WMO, UWV, gezin en huishouden is er nog meer dan genoeg.
Vrijwilligerswerk in de toekomst?
Ik heb nog niet echt een idee hoe al dat vrijwilligerswerk van mij er in de toekomst uitziet. Werkgroepen houden op een gegeven moment op te bestaan. Er zal vast een keer een punt komen waarop ik te ver van het mbo kom te staan en dit los moet laten. Mijn gezondheid is niet echt voorspelbaar en dat zal ook invloed hebben op wat ik wel of niet kan aan vrijwilligerswerk. En wat als de kinderen ooit het huis uitgaan, ga ik me dan niet heel alleen voelen thuis?
Over (deeltijd) pleegzorg heb ik weleens nagedacht. En het meisje (inmiddels vrouw) waar ik zeven jaar lang als bezoekvrijwilliger bij betrokken was, laat me ook niet los. Misschien dat ik zoiets weer wil gaan oppakken als mijn lijf het dan nog ziet zitten.
Maar voorlopig heb ik echt wel mijn handen vol aan wat ik nu doe. Al is het qua uren bij elkaar niet veel. Maar zo af en toe een online meeting, telefoontje of een enkele keer een dagdeel samenkomen is wat nu past bij mijn belastbaarheid. Meer niet. Dus helaas, voor bijles mag je bij iemand anders aankloppen.