Ik heb nog niet heel hoofdstuk 6 af. Moet de cognitieve defusie nog gaan toepassen, maar het is naar mijn idee nog niet aan de orde gekomen. Misschien komt dat nog als ik volgende week weer moet gaan werken. Er staat ook nog een mindfulnessoefening op m’n to-do-lijstje waarbij je je gedachten gaat labelen. Komt misschien vanavond wel, de cd zit namelijk in de cd-speler in de slaapkamer, omdat ik er steeds bij in slaap val.
Hoezo vermijden?!
Welke meester dien je?
Toch maar vast naar de laatste oefening van het hoofdstuk. Hierbij heb ik de verschillende functies van activiteiten van de afgelopen week beschreven (de belangrijkste met *):
Activiteit: Fitness
Experiëntiële vermijding: Als ik mezelf niet fit hou, krijg ik alleen maar meer last.
Extrinsieke positieve bekrachtiging: ?
Sociale wenselijkheid: ?
Intrinsieke positieve bekrachtiging: Voldaan gevoel, me fit voelen*.
Activiteit: Verjaardag vieren
Experiëntiële vermijding: ?
Extrinsieke positieve bekrachtiging: Cadeautjes!
Sociale wenselijkheid: Meer andersom denk ik: ik vind het sociaal wenselijk dat familie en vrienden op mijn verjaardag komen 😉
Intrinsieke positieve bekrachtiging: Plezier, gezelligheid, enz*.
Activiteit: Boodschappen doen
Experiëntiële vermijding: Anders hebben we niks te eten in huis.
Extrinsieke positieve bekrachtiging: Ik kan zelf iets lekkers uitkiezen.
Sociale wenselijkheid: Kan mijn kinderen toch geen flesje water mee naar school geven*.
Intrinsieke positieve bekrachtiging: Het zelf kunnen doen, onafhankelijkheid.
Activiteit: Kinderen lopend naar school brengen.
Experiëntiële vermijding: Lopen gaat beter dan fietsen.
Extrinsieke positieve bekrachtiging: ?
Sociale wenselijkheid: De jongste is nog te jong om alleen naar school te gaan, staat ook weer zo asociaal als ik de oudste ervoor op laat draaien*.
Intrinsieke positieve bekrachtiging: ?
Activiteit: Scooter wegbrengen voor onderhoud
Experiëntiële vermijding: Als ik het uitstel, sta ik straks met pech ergens*.
Extrinsieke positieve bekrachtiging: De scooter kan erna weer een flinke poos mee.
Sociale wenselijkheid: ?
Intrinsieke positieve bekrachtiging: De scooter geeft me een stuk vrijheid, het rijden zelf is ook gewoon leuk.
Activiteit: Borduren
Experiëntiële vermijding: Ontspanning, even nergens aan denken
Extrinsieke positieve bekrachtiging: De resultaten
Sociale wenselijkheid: De borduursels zijn voor een ander.
Intrinsieke positieve bekrachtiging: Creatief bezig zijn, het geeft me een voldaan gevoel als iets goed gelukt is*.
Ik denk dat er op zich wel variatie zit in de functies van mijn activiteiten. Sommige dingen moet ik nu eenmaal doen, ook al doet het pijn en is het niet heel erg leuk om te doen. Ik heb nu eenmaal een gezin en als ik het niet doe, gebeurt het niet. Maar er zijn ook genoeg dingen waar ik genoeg voor mezelf uit kan halen.
Wil je al mijn gemaakte huiswerk bij het boek ‘Leven met pijn’ eens doorspitten? Alle hoofdstukken zijn >hier< verzameld.