Passend onderwijs: soms past het niet

schooltas met boeken en wandelstok

Na wat ik eerder schreef over inclusiedans, lijkt dit misschien haaks te staan op mijn visie op inclusie en waarschijnlijk zal ik hiermee ook wel mensen tegen het zere been trappen. Maar dat passend onderwijs is toch wel erg lastig om in het mbo in de praktijk te brengen. Of laat ik dan in ieder geval spreken voor de opleidingen waar ik les aan geef: onderwijsassistent, medewerker maatschappelijke zorg en pedagogisch werk (OA, MMZ en PW).

Passend onderwijs, hoe het zou moeten

In 2014 is het passend onderwijs ingevoerd, ook in het mbo. Dat wil zeggen dat scholen zelf verantwoordelijk zijn voor het vormgeven van passend onderwijs aan studenten met een ondersteuningsvraag (bijvoorbeeld met betrekking tot een handicap of chronische ziekte) en de ondersteuning te bieden die nodig is om tot een diploma te komen. Met de juiste vooropleiding en motivatie zou dan verder geen onderscheid tussen studenten hoeven zijn, door de passende begeleiding zouden studenten met een ondersteuningsvraag ook hun diploma kunnen halen.
En toch werkt het niet zo, tot teleurstelling van sommige studenten en ouders.

Wie ben ik om daarover iets te durven zeggen?

Voordat ik verder uitweid over wat ik er allemaal van vind, is het voor de mensen die mij niet persoonlijk kennen misschien handig om wat meer over mij te weten. Ik denk namelijk dat ik wel een beetje weet waar ik over praat.

Ooit ben ik zelf begonnen in het mbo, ik deed de opleiding Sociaal Pedagogisch Werk en ging daarna aan de slag als begeleidster in de dagbesteding en woonvoorzieningen voor verstandelijk gehandicapten. Toen ik na een paar jaar door polsklachten geen rolstoelen meer mocht duwen, ben ik als onderwijsassistent gaan werken op een basisschool. In de avonduren ben ik verder gaan studeren, onder andere omdat ik met een andere opleiding weer meer kanten op kon. Ik heb pedagogiek gestudeerd, mijn tweedegraads lesbevoegdheid gehaald en uiteindelijk ook een master in leren en innoveren. Inmiddels werk ik 12 jaar als docent in het mbo, waarbij ik regelmatig contact heb met het werkveld. Daarnaast zijn mijn fysieke klachten (veroorzaakt door EDS) dusdanig verergerd, dat ik me in mijn werk behoorlijk beperkt voel en hier regelmatig mee worstel.

Het is geen eenzijdig verhaal wat ik wil vertellen, ik ken zowel de kant van het werkveld, de opleiding als de persoon met een beperking.

De beperkingen van het passend onderwijs in het mbo

Bij opleidingen OA, MMZ en PW worden studenten opgeleid om groepen kinderen en/of kwetsbare doelgroepen te begeleiden. Dat vraagt nogal wat van de student, niet alleen je toekomstige collega’s moeten op je kunnen bouwen, maar ook de doelgroep waar je mee werkt. Beperkingen op het fysieke en sociale vlak maken dat erg lastig. Als je ziek thuis blijft, schuift het werk niet op naar een volgende werkdag, de groep krijgt dan een andere (onbekende) begeleider, wat bij deze doelgroep voor onrust kan zorgen. En wat als je moeite hebt met het herkennen van non-verbaal gedrag, hoe kun je dan begrijpen wat een kind of cliënt wil zeggen als diegene niet kan praten? Of hoe kun je een oudere ondersteunen bij het lopen naar de dagbesteding, terwijl je zelf niet stabiel staat?

Het werken met mensen vraagt fysiek en mentaal veel van je en dat is wel iets wat je moet kunnen, dat geldt net zo goed voor iemand met als zonder beperking. Ik ben daar misschien wat streng in, maar ik leid mijn studenten niet voor spek en bonen op, ik leid ze op tot een beroepskracht en daar horen bepaalde verwachtingen bij.

Los van het beroep, maak ik me ook zorgen om de toekomst van de student.

Voor passend onderwijs is geen indicatie nodig, maar een ondersteuningsvraag. Dan kan het dus zo zijn dat er maar weinig over de beperkingen of diagnose van de student op papier staat. Er is vaker geen overdracht vanuit het voortgezet onderwijs dan wel en bij de intake zijn studenten niet verplicht hun beperkingen te melden. Studenten willen soms zo graag, dat ze iets verzwijgen uit angst afgewezen te worden. Met zo’n blanco start duurt het lang voordat alles in kaart is gebracht en ondersteuning op gang is gezet. Soms te laat, waardoor de student zonder diploma de school verlaat.

Maar ook als de ondersteuningsvraag vanaf het begin al helder is: Het wordt steeds lastiger om een Wajong uitkering te kunnen krijgen en het UWV ziet het bezitten van een mbo-diploma als de mogelijkheid om te kunnen werken. Hoe realistisch is dat als een student met veel ondersteuning, aanpassingen en begeleiding het uiteindelijk wel gelukt is om dat diploma te halen, maar dus eigenlijk niet kan functioneren naar wat er van de beroepskracht gevraagd wordt? Geen Wajong betekent ook dat je niet opgenomen wordt in het doelgroepenregister, dus werkgevers gaan dan niet zo snel moeite doen om de functie aan te passen.

Opleiden tot een uitkering met bijbehorende studieschuld die ze vervolgens niet meer kunnen aflossen… Nee, daar ben ik geen docent voor geworden.

Last, but not least wil ik ervoor waken dat studenten al op jonge leeftijd continu over hun grenzen moeten gaan om te kunnen functioneren als de rest en hiermee hun klachten verergeren. Als ik van tevoren had geweten dat ik EDS heb en het geen goed idee was om dan in de gehandicaptenzorg te gaan werken, had ik wel andere keuzes gemaakt. Wie weet was ik dan wel in staat om fulltime te werken en had ik die rolstoel niet nodig gehad. Misschien ook niet, het is de koe in z’n kont kijken, maar feit is wel dat mijn lijf door overbelasting flink achteruit is gegaan.

Wat is er dan wèl mogelijk in het mbo?

Natuurlijk is het niet aan mij om iedereen maar af te wijzen met een beperking en dat gebeurt ook echt niet. Bij de intake van een opleiding is het belangrijk dat de student aangeeft wat de beperkingen zijn, de intaker kan vervolgens uitleggen welke mogelijkheden er binnen de school zijn voor ondersteuning. Wij hebben bijvoorbeeld een zorgdocent in huis, die samen met de student een ondersteuningsplan opstelt en begeleiding biedt. Als het echt nodig is, is er ruimte om de opleiding te verlengen en/of afspraken te maken wat betreft het lesrooster en stagedagen. Als een student eenmaal begonnen is aan een opleiding, doen we er alles aan om diegene naar een diploma te helpen.

Maar beter zou zijn als een student van tevoren een bewuste keuze maakt en weet wat de opleiding inhoudt en het werk waarvoor wordt opgeleid. Als er een alternatief is wat beter aansluit bij de mogelijkheden, ga daar dan voor! Elke situatie en opleiding is anders. Als OA werk je onder verantwoordelijkheid van de leerkracht, zijn de kinderen aardig zelfstandig en zit er veel structuur in de dag. Het zou goed kunnen dat dit beter aansluit dan het werk van een PW’er, die zelfstandig een groep draait, waarbij veel prikkels zijn en het werk veel verzorgende taken heeft. Misschien is het een optie om een opleiding te kiezen die minder zwaar is en daarna door te stromen naar het hbo.
Wanneer Wajong eenmaal is toegekend, zijn er nog andere mogelijkheden. Raissa heeft zo al eerder geschreven over hoe zij het studeren met een functiebeperking aanpakt.

Hoe denk jij over passend onderwijs? Zou iedereen elke opleiding moeten kunnen volgen?

1 Comment

  • Ik heb een ontzettend fijne zorgcoördinator die heel goed meedenkt gelukkig. Voor alles kan ik bij haar terecht, en als dat niet lukt kan ik altijd nog naar de afdelingsdirectrice. Tot nu toe heb ik een aangepaste stoel, een liftpas en een parkeerplaats gekregen (hoewel ik geen gehandicapten parkeerkaart heb) ook mag ik gebruik maken van de rustruimte als dat nodig is.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.